Nietsvermoedend zit je op een terrasje. Ineens zie je X en voor je het weet gaat vol enthousiasme je arm in de lucht en zwaai je uitbundig naar X. Maar X zwaait niet terug. Nee, X loopt niet alleen door, hij kijkt je ook nog eens schaapachtig aan. Alsof ‘ie je niet kent; sterker nog, alsof ‘ie je nog nooit eerder gezien heeft.
Hé, daar is Y!
Dat had ik dus een paar dagen geleden. Ik was op een feestje en we hadden het net over Y en dat hij er nog niet was. Terwijl we het daarover hadden zag ik ineens vanuit mijn ooghoek Y daar zijn fiets neerzetten. Zonder aankondiging begon ik als een malle te zwaaien (echt jongens, mijn arm veranderde spontaan in een ongeleid projectiel). Mijn twee vriendinnen keken mij aan, volgden mijn blik en keken mij vervolgens weer verbaasd aan. Wat was ik in hemelsnaam aan het doen?
Of niet?
Ik was aan het zwaaien naar een wildvreemde die, als hij op een bepaalde manier naar ons toe stond en wij hem vanuit een bepaalde hoek zagen, best een beetje op Y leek. De Y look-alike staarde verbluft en niet begrijpend terug. Ik zwaaide door en ik zag de vragen opdoemen in zijn gezicht: “Wie was ik? Kende hij mij? Shit, hij zou me toch niet niet meer herkennen? Moest hij terugzwaaien?”
Wat de meeste mensen zouden doen
Een normaal mens zou onmiddelijk haar arm – met een vertwijfelde blik – naar beneden doen en verontschuldigend naar de andere persoon kijken. De andere persoon zou opgelucht zijn, blij dat hij de ongemakkelijke situatie kan ontvluchten, blij dat hij niet iemand vergeten was of niet herkende, waarna de zwaaier zich even een potje kan schamen door de gênante situatie.
Wat ik deed
Maar ik niet natuurlijk. Nee, ik bleef gewoon doorzwaaien, alsof ik in geen jaren meer gezwaaid had en even lekker los wilde gaan. Zwaaien, zwaaien, zwaaien, hoi, hoi, hoi, terwijl hij maar bleef kijken. En terwijl ik me bijna kapot zat te schamen dat ik naar de verkeerde persoon had gezwaaid (en niet gewoon gezwaaid – ik mag blij zijn dat mijn arm er niet vanaf gevlogen is) en zo’n awkward situatie had gecreëerd, realiseerde ik me ineens iets: hij voelde zich waarschijnlijk nog veel ongemakkelijker, want nu leek het alsof hij míj niet herkende, en niet alsof ik naar de verkeerde persoon had gezwaaid.
Ja, daar kan ik ook niets aan doen natuurlijk. Dat is toch echt de look-alike’s probleem.
7 reacties op “Zwaaien”
Haha geweldig. Ik kwam laatst nog iemand tegen die heel erg op een bekende leek. Dus ik keek hem aan, (geen reactie zijn kant), keek hem nog wat indringender aan en dacht ondertussen “dit is hem toch?” (hij kijkt me aan maar nog steeds geen reactie), ik lach half en blijf staren (hij kijkt een beetje benauwd), en toen waren we elkaar voorbijgelopen. En tóen bedacht ik me dat die bekende op vakantie was en het hem dus nooit geweest kon zijn. Ik heb een wildvreemde heel erg in de war gemaakt.
Aah leuk stukje! Ik kwam een tijdje terug ook een collega van me tegen op de fiets. Ik zwaaien en “hoooi alles goed?” enzo roepen, maar dat was dus ook een look-a-like.
Hahahahaha <3 Goed opgelost!
Hahahah leuk geschreven
Haha geniaal beschreven. Die foto er ook bij! :))
Er zijn mensen die geloven dat iedereen een dubbelganger heeft.
Heerlijk zo’n luchtig beschreven situatie,realiseer je je wel hoe vaak je het woord zwaaien geschreven hebt,je zou er een lamme arm van krijgen!