Categorieën
Columns

Waarom ik een sportkluns was

Volgens onderzoek dan. Toegegeven, ik ben nooit een ster geweest in gym (ik haatte het. Mijn minst favoriete vak). Nu is uit onderzoek gebleken dat de populairste meisjes in de klas ook de sportwondertjes zijn. Ik, geen popie jopie, zou daarom de sportkluns geweest zijn. Is dat nu zo baanbrekend?

De populairste prinsesjes zijn, als we het onderzoek moeten geloven, lekker sportief en bewegen meer dan meisjes met minder vriendjes en vriendinnetjes. Blijkbaar moedigen ze elkaar aan en hoppa, ze bewegen meer. Meer bewegen zou betekenen dat ze ook beter worden in sport. Duidelijk.

De laatste

Zo één was ik er. Ik werd altijd als laatste gekozen. Maar ik was dan ook niet heel goed in gym, dus ook niet gewild als teamgenootje. Ik kreeg de basketballen op mijn achterhoofd (of mijn neus), schopte anderen voor hun schenen in plaats van de bal en als ik naar iemand aan de andere helft van het veld wilde gooien, kon je er vanuit gaan dat ‘ie daar vooral niet terecht kwam. Zoiets, dus. Dan heb ik het nog niet eens over mijn softbal skills gehad. Hoe kon ik ooit goed worden als ik altijd bij de andere gymkneuzen (no offence, ik was er zelf ook één) in het groepje zat?

Geen popie jopie

Ik werd dus niet gekozen omdat ik geen popie jopie was. Daardoor zat ik bij de mensen die toch al niet uitblonken en zelf was ik ook niet bepaald een aanstormend atletisch talent, dus dat maakte het er niet beter op. En dus werd ik weer niet gekozen omdat ik er geen bal van kon. Waardoor ik dus ook niet vooruit ging. Het was niet voor niets mijn slechtste vak op zowel basisschool als middelbare.

Wel veel bewegen

Toch bewoog ik meer dan de meeste klasgenoten. Die zogenaamde zestig minuten (die toen nog niet bestonden) haalde ik met gemak. Je hoeft geen onderzoek te doen om daar een verklaring voor te vinden. Op school was ik misschien geen popie jopie, maar ik had genoeg vriendjes en vriendinnetjes in de buurt. En anders vermaakte ik me prima in mijn eentje. ’s Ochtends ging ik op mijn skeelers naar buiten en ik kwam alleen thuis om te eten. En maar skeeleren. Of stoepkrijten. Of tikkertje. Kat en muis. Verstoppertje. Daar hoef je echt geen popie jopie voor te zijn. De enige ingrediënten die je hiervoor nodig hebt zijn een paar vrienden, fantasie en droog weer. Gaan met die banaan. Laat die tv en computerspelletjes maar staan.

De echte redenen

  • Ik had een enorme aantrekkingskracht op ballen. Ik wist nooit waar ze vandaan kwamen, maar er zat er regelmatig weer één op mijn hoofd  geplakt.
  • Als ik ‘m wel aan zag komen, bukte ik. Een beetje zoals je doet wanneer er een vogel recht op je voorruit af komt vliegen.
  • Had ik dan toch een keer de bal gevangen, dan moest ik ‘m weer weggooien natuurlijk. Met het richtingsgevoel van een octopus en armen zo sterk als de tentakels van zo’n wiebelige kwal ging dat nog wel eens anders dan gehoopt.
  • Dan waren er nog de apparaten. Het wandrek was niet zo mijn ding, en de touwen ook niet. Veel te hoog.
  • Ik blonk ook niet uit in hoog springen, en belandde altijd boven op het touwtje. Heel gezellig ja. Hadden ze dat touwtje maar niet zo achterlijk hoog moeten hangen.
  • Softbal dan. Dat gooien met die verdomde, keiharde bal (ik heb ervaring) en dan ook nog eens proberen om dat ding te raken. Ik was net zo’n schele kip als het daar op aan kwam en sloeg mis, mis, mis en hoppa, in de rij maar weer. Nog een keer. Mis. Mis. Tok (nee, geen klap, maar echt ’tok’) en de bal valt twee meter bij mij vandaan neer. Of ik sloeg een vangbal.
  • De piepjestest mocht ik gelukkig niet doen van de fysiotherapeut, maar de duurloop moest ik wèl meedoen. Wat een  verschrikking vond ik dat. Binnen twee rondjes hing mijn tong bijna op mijn schoenen en hijgde ik als hyperventilerende hond. Ik sjokte (vergeleken de rest want ik ging ècht heel hard) als een slome slak over het veld.
  • Gym is gewoon niet mijn ding.

11 reacties op “Waarom ik een sportkluns was”

Ik had ook echt een hekel aan de altijd leuke gymles. Het probleem is niet eens dat je een sportkluns bent maar dat gym je wel dat idee geeft. Het is één bepaald idee van wat sport is terwijl er veel meer is. Ik vind het niet gek dat sommige kinderen dan een hekel aan sport krijgen als je opgedrongen krijgt waar je zogenaamd goed in moet zijn. Het heeft naar mijn idee ook weinig te maken met bewegen en gezond zijn.

Haha, hier zitten aardig wat gym-frustraties!

Het heeft er geen bal mee te maken. Echt, ik kwam nooit in de kleedkamer met het gevoel dat ik lekker bewogen had of gezond bezig was geweest. Ik dacht alleen maar: “YES ik heb het weer overleefd,” haha.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *