Categorieën
Columns

“Waar is je fiets?”

Daar zaten we dan bijna weer, op het politiebureau. Is het mijn auto niet, dan mijn fiets wel. Nog even en ik – meisje zonder bekeuringen en dat niet eens de klas uit gestuurd werd – had daar een abonnement kunnen nemen. Het scheelde namelijk niet veel of we hadden echt op het politiebureau gezeten om aangifte te doen van mijn gestolen fiets (die gelukkig dus niet gestolen is).

Een dag geleden

Mijn vriend komt thuis en valt praktisch de deur binnen met de vraag: “Liefie, waar is je fiets?” Ik kijk hem verbaasd aan. Achterin de garage, natuurlijk. Dat vertel ik hem ook. Maar nee, dat kon niet, want hij had ‘m voor de auto gezet en daar stond ‘ie niet. Een mysterie. Hij is niet achterin de garage. Ik heb ‘m niet op het station laten staan. Wat zeg ik? Ik heb ‘m al weken niet gebruikt en hij staat dus al sinds 22 december stof te verzamelen in de garage. Of nou ja, dat was tot een minuut geleden onze veronderstelling.

Een minuut later

“Staat ‘ie echt niet achterin de garage?” vraag ik nog een keer. Maar mijn vriend weet het zeker. Toen hij donderdag uit zijn werk kwam, wilde hij ‘m voor de auto zetten omdat deze de komende tijd niet gebruikt zou worden (even voor de duidelijkheid: als je fiets dan nog achterin staat, kun je er ook ècht niet bij. Ja, je kan er langs om ‘m te aaien, maar naar buiten rijden wordt ‘m niet). “Ik heb je fiets naar buiten gereden en aan de rechterkant gezet,” vertelt hij. Normaal zetten we ‘m aan de linkerkant (de fiets, niet mijn vriend).

Een kwartje later

Het was al lang tot mijn vriend doorgedrongen en het begint mij nu ook te dagen. O. Mijn. God. Mijn fietsje, mijn trouwe Batavusje, is blijven staan, daar aan de rechterkant van onze garage. En omdat ik zo belachelijk zuinig ben op alles en ik niet met mijn fiets door het bos ga raggen ofzo, ziet ‘ie er nog uit alsof ik ‘m gisteren gekregen heb. Het enige dat na acht jaar uitgelubberd is, zijn de snelbinders.

Dan kun je nog zo’n dik en zwaar extra slot erbij hebben zitten en ‘m op het station in de bewaakte stalling planten omdat het zo’n pareltje is, daar heb je naast je garagedeur niets aan. Dus ja, mijn fiets is daar blijven staan, tot iemand er wel heil in zag en hij er dus niet meer stond.

Vijf minuten nadat mijn vriend thuiskwam

Ik trek onmiddelijk mijn schoenen aan, knoop mijn jas zelfs maar half dicht, mopper nog wat als ik mijn sleutels niet kan vinden en ze vervolgens niet in het slot gestoken krijg wanneer ik vertrek met mijn vriend om mijn fiets te zoeken. Terwijl mijn vriend zich herhaaldelijk verontschuldigt en al met een handvol oplossingen komt, baal ik stilletjes (maar denk ik ook: gelukkig kan ik alles lopen in Amersfoort). Voorbereid op een hopeloze zoektocht (zo’n ding is binnen drie minuten gestolen in de stad, laat staan dat ‘ie drie dagen hulpeloos en alleen overleeft), komt de zoektocht binnen vijf minuten nadat mijn vriend thuiskwam tot een einde. Staat ‘ie daar, hoor (de fiets). Gewoon in een rek op het plein, waarschijnlijk daar neergezet door een verwarde buurman (immers, normaal zetten we ‘m voor de garage van de andere buurman).

Nu

En nu staat ‘ie gewoon veilig in de garage terwijl ik een weekje bijkom van dit avontuur (lees: terwijl ik een week een blogpauze inlas in verband met mijn laatste tentamenweek ooit. Tot snel!).

11 reacties op ““Waar is je fiets?””

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *