Door de poezenpret was ik stiekem even afgeleid van andere leuke dingen, zoals de BBC-serie van J.K. Rowlings The Casual Vacancy, die op 15 februari in première ging. “Geeft niet, dan schrijf ik er na de tweede aflevering wel over,” dacht ik nog. Maar afgelopen zondag was al de derde aflevering en ineens was de mini-serie (!) (o ja, ook even vergeten) alweer afgelopen. Dus dan maar een recensie achteraf, want een adaptatie van één van mijn favoriete boeken naar een serie laat ik niet zomaar voorbij gaan.
Tag: TV
De afgelopen twee weken was er geen Wie Is de Mol? en klonk er op donderdagavond gemopper op “die stomme Spelen.” Niet van mijn kant, want hoe graag ik De Mol ook kijk, ik ben groot fan van alle Olympische Spelen en verkondig dit dan ook vrolijk. Verbazing, is de reactie. Niet zozeer omdat ik De Mol blijkbaar niet zo erg lijk te missen als de rest (nou goed, misschien verbaast dat ze toch ook wel een beetje), maar vooral dat ík fan ben van de Olympische Spelen.
Een tv-utopia
Vijftien mensen, een eiland met niets en de opdracht om in een jaar tijd een utopia te creëren. Je weet wel, zoiets als Sir Thomas More ooit op papier deed in Utopia, alleen is het niet More, maar John de Mol die dit keer met het idee komt voor een utopia. Een tv-utopia.
Ik begon te stuiteren van opwinding toen ik de aankondiging voor een nieuw tv-programma zag. Een documentaire over een Le Mans-team, jahaa, dat moest ik echt zien. Wat ik als vrouw eigenlijk hysterisch naar de tv en iedereen die het (niet) wil horen had moeten schreeuwen: “Oh my God, McDreamy!”
Dus. Dag 1 van mijn blogvakantie heb ik doorgebracht met een Breaking Bad marathon, en het feit dat ik vandaag een aantal uur op de bank hing met deze serie zegt genoeg over hoe goed en verslavend hij is. Daarom – zelfs al had ik me nog zo voorgenomen niet te bloggen – een stukje over waarom je deze serie ècht moet kijken.