Rood. De kleur van… de liefde natuurlijk, maar voor mij is het vooral de kleur van mijn nagels, mijn hoofd (als de zon zich eindelijk een keer laat zien) en mijn favoriete eten. De kleur van twee brillen geleden (diezelfde bril die ook roze was), van mijn lievelingsfruit (om even te benadrukken hoe belangrijk rood eten is) en mijn toekomstige Lotus Elise. Ik zei toch al dat ik niet van roze houd? En sowieso gaan roze en auto’s niet samen.
Rood en auto’s
Natuurlijk denkt iedereen gelijk aan Ferrari’s bij die combinatie. En terecht, want Ferrari-rood is het mooiste rood dat er is, maar toch denk ik niet aan deze vurige Italiaan. Mijn hart gaat sneller kloppen bij de gedachte aan mijn eerste ritje als bijrijder in een volledig uitgeklede Lotus Elise (een 1.6 Club Racer). Zo uitgekleed, dat de bekleding letterlijk uit niet meer dan een laagje stof bestond en je zonder een behoorlijke bips een blauwe kont zou krijgen. Ik stapte dan ook ietwat bont en blauw uit de auto, want het was letterlijk een bakblik. Wat er niet in hoefde zat er niet in (behalve elektrische ramen, maar stiekem vind ik dat ook haast wel noodzaak). Alles om gewicht te besparen. Alles om die ongelofelijke sensatie te creëren.
Hoewel hij niet eens extreem veel pk’tjes had (136 stuks, slechts 96 meer dan mijn Fiat), was de ervaring – en dan was ik dus alleen nog maar bijrijder hè! – onbeschrijflijk. Zelfs al zijn ze qua gewicht praktisch gelijk (876 kg voor de Elise tegenover 702 voor de Cinq), ze lijken verder in niets op elkaar. Het gepruttel van de Fiat valt in het niet bij het grommen van de Elise, die door het gebrek aan isolerende materialen in het interieur een bijzonder mooi en duidelijk geluid heeft. Rauw, onrustig. Laat je voet een beetje op het gaspedaal zakken en binnen 6,5 seconden zit je op de 100 (volgens de getallen). Dat is wel iets anders dan wanneer je 18,0 seconden nodig hebt om op gang te komen (en dat is zonder tegenwind). Maar het grootste verschil zit ‘m niet in snelheid. Het zit ‘m in de bochten. Waar je in de Fiat niet zonder remmen de bocht kan trotseren zonder doodsangsten uit te staan dat hij ieder moment omvalt van het hellen, gaat dat in de Elise totaal anders.
Daar haal je je voet niet eens van het gas, wat een onnatuurlijk en tegenstrijdig gevoel veroorzaakt waardoor je gelijk de adrenaline door je aderen voelt stromen. Even denk je dat dit volledig misgaat – dit hoort toch niet? – maar zodra je door de bocht heen vliegt, het autootje aan de weg klevend, begin je te lachen van pret. Dat deed ik tenminste wel. Voor het eerst zat ik in een auto die niet zo zeer angst aanjoeg, maar wel dat stukje spanning en sensatie gaf dankzij de enorme adrenaline rush. Een onvoorspelbaar gevoel. Een heerlijk gevoel.
Maar afgezien van die Lotus Elise is rood sowieso een veilige kleur, zeker bij de juiste auto in combinatie met de juiste andere kleuraccenten. Mits je ‘m niet laat vervagen natuurlijk.
Rood en eten
Waar ik bij auto’s niet voor de rode bekende Italiaan ga, doe ik dat met eten dus wel. Het liefst een simpele, zelfgemaakte, rode spaghettisaus met gehaktballetjes of wat dacht je van vuurrode, verse tomaten bij een caprese? Door die saus doe ik altijd tomatenpuree, iets dat ik dus ook puur lust. Om maar even aan te geven hoe gek ik blijkbaar op rood voedsel ben. Als je een bak verse aardbeien onbewaakt achterlaat in de koelkast kom je thuis van een aardbeiloze kermis, want ik heb ze verorberd zodra ik ze in het oog krijg. De hele bak, ja. Iedere dag een appel, in de zomer een verfrissend stukje watermeloen (of tien), nectarines en al het roodfruit dat je maar kan bedenken. Het enige rode eten waar ik niet van houd is een rare biefstuk. Of biefstuk überhaupt.
Rood is…
Omdat er te veel rode dingen in mijn leven zijn om over alles een apart stukje te schrijven, want rood is…
- De kleur van mijn neus in de kou.
- Rode wangen in de winter van de kou.
- Rode wangen in de zomer van de zon.
- De kleur van het rijkelijk vloeiende goedje in mijn favoriete televisieserie (ER).
- De kleur van de prachtige pumps die ik kocht als troostcadeautje omdat ik uitgeloot was voor fysiotherapie in 2008. Zelfs na vele kilometers op ze te hebben gelopen draag ik ze nog steeds regelmatig.
- De kleur van onze supercoole prullenbak die niemand herkent als prullenbak.
- De kleur van de bussen en telefooncels van het land waar mijn Engelse accent vandaan komt.
- De kleur van mijn schort, ovenwant en pannenlap die uit San Francisco komen en ik voor mijn verjaardag kreeg in 2010.
- De kleur van de cover van het boek dat ik aan het lezen ben (The Casual Vacancy).
- De kleur van mijn nagels. Ik heb slechts drie verschillende roodtinten in mijn acht-kleuren-tellende nagellakcollectie.
- De kleur die ik altijd op mijn teennagels heb. Naakte nagels ken ik dus echt niet.
- De kleur van mijn Eastpak schoudertas die ik tijdens de bovenbouw altijd meesleepte.
- De kleur van het siliconen hoesje van mijn iPod Nano 2G die overal mee naartoe ging.
- Blijkbaar net zo’n belangrijke rode draad in het leven als roze.
Rood is… een fantastische kleur!
5 reacties op “Rood”
Leuk stukje! Ik heb ook vaak rode teennagels.
De favoriete kleur van mijn vriend is rood. En dat is nog wel eens te merken. Gelukkig staat het mooi bij roze, mijn favoriete kleur!
Ik ben het helemaal met je eens , rood is een fantastische kleur zeker voor nagels en schoenen.
Red, the blood of angry men!
Dat rood laat me eigenlijk koud, het stukje over de Elise,vond ik hartstikke leuk!