Categorieën
Columns

Over vrouwen en auto’s

Wij vrouwen worden geacht in roze auto’s met bloemetjes rond te rijden en niet te kunnen parkeren. Als mannen het over auto’s hebben, luisteren wij met een blik alsof zij Chinees spreken. Auto’s zijn namelijk een echt mannending. Volgens de vooroordelen tenminste.

Goed, stiekem willen we het liefst dat de auto bij onze tas past en als het even kan moet de kleur matchen met onze nagellak. Oh, en niet te vergeten vinden we het fijn als we uit kunnen stappen met dat leuke jurkje zonder dat heel de wereld mee kan genieten van ons ondergoed. Bovendien valt onze keuze altijd op een Mini (liefst een oude want die zijn kleiner en wij weten natuurlijk niet dat die dingen behoorlijke roestbakken kunnen zijn en flink wat onderhoud vergen), een Fiat 500 (maar dan wel de nieuwe want de oude kennen we eigenlijk niet) of alles zonder dak dat klein en lief is, zelfs als dat betekent dat ons haar ervan in de war raakt. Ik bedoel, die auto staat zo goed, dat niemand nog op ons kapsel let.

Wat vrouwen zien

Dan heb ik het nog niet eens over ons rijgedrag gehad. Voorzichtig bewegen we ons voort in onze schattige autootjes. We kijken wel, maar we zien niets. Zo hebben we bijvoorbeeld dat 80 km-bord gemist en blijven we veilig 50 rijden terwijl zelfs opa achter ons wellicht een niet-zo-net woord laat ontsnappen. Het enige dat wij zien, is dat er blijkbaar wat lippenstift op onze tanden zit en dat ons haar toch wel op een vogelnest lijkt (in het geval van een cabrio).

Snelweg en TomTom

Op de snelweg durven wij vrouwen ons natuurlijk niet te begeven, maar als we dat doen, dan blijven we vooral lekker lang links rijden. Stel je voor dat we mogelijk onze voorganger afsnijden… Je hebt ook nog de categorie die niet zo lang links blijft rijden en de auto vooral gelijk naar rechts gooit (tot grote ergernis van de achterganger die vol in de remmen moet), omdat de TomTom roept dat je de afslag moet nemen (maar er niet bij zegt dat het nog een kilometer duurt voor het zover is). Sowieso gaan we nooit de weg op zonder TomTom. Navigeren met de borden, zeg je? Dat deden we voor het laatst tijdens ons rijexamen.

Zelf het oliepeil checken?

Wat we toen ook voor het laatst hebben gedaan, is kijken onder de motorkap. De pijlstok kunnen we niet vinden en al kunnen we dat wel, dan krijgen we er vast vieze handen van en lopen we het risico om een nagel te breken. Olie bijvullen besteden we dus uit en we vinden het belangrijker dat onze ruitenwisservloeistof lekker ruikt dan wat het precies doet. De motor zelf kunnen we nog net wel vinden en als we een rondje om de auto heen lopen komen we ook de uitlaat wel tegen.

Wel een S, niet een S

Dat is wat de meeste mensen van vrouwen verwachten als het op auto’s aankomt. We worden niet warm of koud van auto’s. We weten niet of het nu een Golf of een Polo is. Of we te maken hebben met een Mini Cooper of een Mini Cooper S, en als we dat wel weten, dan weten we niet wat het nu eigenlijk uitmaakt. Dat pk paardenkracht betekent weten we dan weer wel, maar het getal zelf zegt ons helemaal niets.

Spotten en stokken

Als ik in de auto zit kan ik bijna iedere auto die voorbij komt identificeren en tover ik regelmatig een verraste glimlach op het gezicht van mijn vriend (weet hij veel dat ik een Alfa Romeo GTV – door mij Alfa Romeo Spyder mèt dak genoemd – kan herkennen in mijn achteruitkijkspiegel en eerlijk gezegd is het mij ook een raadsel waar ik die kennis vandaan haal). En dan bedoel ik niet dat ik ze puur op basis van logo’s herken. Een achterlicht kan genoeg zijn om te weten dat die auto daarginds een Cadillac CTS is. Alles onder de motorkap benoem ik alsof ik weer mijn anatomie aan het leren ben, maar ik geef eerlijk toe dat ik nog nooit de olie zelf gecheckt heb (de peilstok kan ik dan weer wèl vinden en ik weet hoe het moet, maar ja, vieze handen…). Gelukkig tank ik wel zelf en zorg ik dan gelijk dat de bandenspanning in orde is.

Op de snelweg

Op de snelweg voel ik me als een vis in het water en ben ik inderdaad veel op de linkerbaan te vinden, vooral om de rest in te halen met mijn 39 pk. De TomTom laat ik liever thuis want met dat ding verdwaal ik vaker dan me lief is en vertrouw ik liever op de borden (die vallen tenminste ook niet spontaan van mijn voorruit af). Ik ben dan wel zo’n vrouw die constant in haar achteruitkijkspiegel kijkt, maar gezien ik ’s ochtends mijn haar doe en daar de rest van de dag niet meer naar kijk, heb ik daar geen omkijken naar. Ik kijk vooral of ik mijn slome voorganger in kan halen en of ik onverwacht kan remmen als dat stoplicht toch nog oranje wordt.

Geen Chinees

Mocht je mij bij een gesprek zetten met auto’s als onderwerp, dan kun je ervan uitgaan dat ik precies begrijp wat het verschil tussen een supercharger en een turbo is, dat ik begrijp wat koppel en paardenkracht betekenen voor de prestaties van de auto en dat ik mijn mening doorgaans klaarheb, zelfs als ik niet in desbetreffende auto gereden heb. Wat ik nog niet weet, vraag ik wel – waar niemand bij is, natuurlijk – aan mijn vriend, waardoor we soms hele ritten in de auto over zelfs de technische dingen zitten te praten (oké, hij praat, ik vraag en luister). Ik ben zo iemand die op de bank zit en plotseling vraagt: “maar hoe zit dat dan?” en het eerstvolgende uur niet uitgevraagd raakt. Ik geloof niet dat ik erbij hoef te zeggen dat ik geen roze, lief autootje hoef, maar dat ik werkelijk iets wil dat leeft. Eigenlijk wil ik het hele pakket: de looks en de ervaring.

Auto’s een mannending?

Het mooiste is nog dat ik absoluut niet de enige ben. Kijk maar naar Amy McDonald die laatst Jeremy Clarkson het één en ander bijbracht over de Audi R8 GT of het grote aantal enthousiastelingen dat net haar rijbewijs gehaald heeft en trouw Top Gear op televisie volgt. Auto’s een mannending? Echt niet.

4 reacties op “Over vrouwen en auto’s”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *