Categorieën
Genieten

Nederlands Philharmonisch Orkest: Bruckners machtige Achtste

Nederlands Philharmonisch Orkest: Bruckners machtige Achtste (foto: Ronald Knapp)

Mijn vroegere ik zou tegen kaartjes voor een klassiek concert gezegd hebben: “Nee dankje, ik houd van alle muziek behalve Nederlandstalig en klassiek.” Maar kijk eens, een paar dagen na een heerlijk Eefje de Visser-concert zat ik afgelopen zaterdag in het Concertgebouw te genieten van het Nederlands Philharmonisch Orkest, volledig geabsorbeerd en gefascineerd door de schoonheid van hun interpretatie van Bruckners machtige Achtste.

De eerste kennismaking met echt klassiek

Nu moet ik bekennen dat mijn vroegere ik klassieke muziek ook gelijk afdeed als saai, suf en oubollig zonder het ooit echt een kans te geven. Dat veranderde toen ik voor het eerst naar Het Nationale Ballet ging en toen ik mijn liefde voor filmmuziek ontdekte. En zeker na het zien van mijn eerste klassieke concert op 16 januari kan ik zeggen: klassieke muziek is niet saai, suf of oubollig, maar echt heel erg intrigerend en gaaf.

Voorafgaand aan het concert luisterde ik de achtste symfonie van Anton Bruckner al een paar keer op Apple Music en dat is maar goed ook, want de rustige, filmische eerste minuut (letterlijk) van I. Allegro moderato verandert al snel in een onheilspellend, spannend samenspel van blazers en strijkers, om vervolgens weer rustiger en daarmee nóg onheilspellender te worden met de zachte cello’s op de achtergrond. Dit is karakteriserend voor de hele achtste symfonie – het voelt alsof je in een achtbaan zit die telkens van delicaat, zwierig, haast balletachtig, naar bombastisch en groots gaat (en weer terug). Alsof je het ene moment bij een sprookjesballet zit en dan weer in de bios bij een thriller. Dit maakt Bruckners achtste symfonie, hoewel soms wat overweldigend (helemaal als je onvoorbereid de concertzaal in zou gaan), in mijn ogen heel toegankelijk, interessant en een heuse belevenis.

Muziek luisteren én kijken

Die belevenis komt pas echt binnen als je het stuk live hoort en ziet. Het Nederlands Philharmonisch Orkest zet in en lijkt wel de zee of de golven in de zee: ze bewegen zo organisch, als één geheel en dat is prachtig om te zien. Doordat er geen andere elementen zijn die het verhaal vertellen zoals bij opera of ballet, heb je tijd om de muziek niet alleen te luisteren, maar ook te bekijken en dan zie je pas goed hoe waanzinnig knap en bijzonder dit is. Als je bijvoorbeeld op de strijkers focust, dan valt ineens op dat ze allemaal een heel eigen stijl hebben. Zo speelt eerste violist Olga Martinova de sterren van de hemel met niet alleen haar viool, maar haar hele lichaam, terwijl een van de andere violisten nauwelijks zijn hand lijkt te bewegen om diezelfde noten te produceren, om maar een voorbeeld te noemen.

Nederlands Philharmonisch Orkest (foto: Ronald Knapp)

Contrabassisten (foto: Onno van Ameijde)

Olga Martinova is niet de enige bij wie de muziek in het hele lichaam zichtbaar is: dat is ook het geval bij dirigent Marc Albrecht, die ik al ken van De Nationale Opera. Daar is het me echter nooit opgevallen, omdat ik dan meer bezig was met de opera dan het orkest. Hier bestudeer ik vol fascinatie zijn grootste gebaren en baton-bewegingen waar ik nog altijd niets van snap, ondanks het kijken van vele Maestro-afleveringen. Albrecht dirigeert met iedere cel in zijn lichaam en laat zich zo meevoeren door de muziek, dat hij soms zelfs kleine sprongetjes maakt. Hij is de meest dynamische dirigent die ik tot nu toe gezien heb en dat is heerlijk om naar te kijken – niets is zo mooi als het zien van die passie.

Machtig mooi

Albrechts baton lijkt haast een toverstafje dat een speciale magie afroept over het orkest. Geheel tegen de verwachtingen van mijn vroegere ik in vliegt de tijd voorbij. Ik ben de wereld om mij heen (met uitzondering van de prachtige Grote Zaal waar ik in zit) helemaal vergeten en volledig betoverd door de schoonheid van de muziek, een schoonheid die alleen tot stand kan komen door die magische versmelting van dirigent en orkest. Ik kan er geen genoeg van krijgen en kijk nu al uit naar het volgende klassieke concert.

Foto’s Marc Albrecht & het Nederlands Philharmonisch Orkest: Ronald Knapp
Foto contrabassisten: Onno van Ameijde

Grote Zaal in het Concertgebouw

Grote Zaal in het Concertgebouw (spot Bruckner!)

3 reacties op “Nederlands Philharmonisch Orkest: Bruckners machtige Achtste”

Ik geniet al van het concert als ik lees hoe jij het beleeft hebt, mooie zaal trouwens.
Weet niet of ik het ook zo zou beleven, maar wie weet wat de toekomst brengt?

Wat leuk dat je hier een artikel over schrijft! Ik ken inderdaad niet heel veel leeftijdsgenoten met een liefde voor klassieke muziek. Wel de ‘populaire’ maar niet de klassieke klassiekers haha. Ik ben er mee opgegroeid en vind het echt heerlijk. Het stimuleert je hersenen zoals geen enkele andere vorm van muziek dat kan.

En gelijk heb je, live beleef je het pas helemaal!

Leuk leuk leuk. Zelf ben ik m’n hele leven al klassieke muziekfan maar ik ben nog maar kort geleden aan Bruckner begonnen. Ik zat er een beetje ’tegenaan te hikken’ wegens het bombastische en soms complexe karakter.

Ik heb inmiddels de Negende ‘stukgegooid’ en ik ben hopeloos verk(n)ocht.

Bruckner doet me sterk aan filmmuziek denken. Dus jouw bruggetje van filmmuziek naar Bruckner begrijp ik zeer goed!

Cheers!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *