Ik stond zondagavond op mijn gemak een tomatensoepje te maken – lekker winters en warm. Plotseling ging de bel en omdat ik net de uienversnipperaar stond te zijn, deed mijn vriend open. Voor ik het wist was al ons snoep (wat choclait chips en de laatste banaan) verdwenen…
Sint Maarten. Schattige kindjes gaan met schattige lampionnetjes de buurt rond om schattige liedjes te zingen. Wie heeft het niet gedaan? Nou eh… ik. Laten we wel wezen, op 11 november is het meestal niet zo warm meer en toen was ik al een echte koukleum. No way dat ik de kou in zou gaan om een maf liedje te zingen (Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten, de meisjes hebben rokjes aan, daar komt Sinte Maarten aan? Nogal willekeurig, als je het mij vroeg en vraagt) voor een stel snoepjes. Sowieso was ik meer van de M&Ms en bovendien haalde mijn moeder altijd snoepjes in huis voor de buurtkinderen. Te veel natuurlijk, want ze was bang dat ze niet genoeg zou hebben. Nee, ik bleef liever thuis: lekker warm, ik hoefde geen liedje te zingen (ik bedoel, ik zou alle andere kinderen overschaduwen met mijn zangtalenten) en ik kon ook nog eens snoep krijgen, als ik dat wilde.
Kinderen aan de deur
Al jaren had ik er geen een meer gezien in het wild en al helemaal niet sinds ik uit huis ben. Toch was het eerste dat ik zondagavond riep toen de bel ging: “Oh! Sint Maarten!” want ik had toevallig een tweet voorbij zien komen. Stom genoeg bedacht ik me bij het zien van die tweet natuurlijk niet dat er ook kinderen bij ons aan kunnen bellen (ze komen immers ook altijd voor kinderpostzegels en kijken dan zo zielig, dat ik ze maar weer koop). Of dat we dus niet meer in huis hadden dan wat choclait chips en die ene banaan.
‘Wat snoepjes’
Mijn vriend racete gelijk naar het pompstation om ‘wat snoepjes’ te halen en kwam terug met vier grote zakken voor de massa’s kinderen die we nog aan de deur zouden krijgen. Om half tien kregen we het vermoeden dat ze misschien al op bed zouden liggen en dat wij het wel vol zouden houden met onze voorraad de komende maanden. Daar zaten we dan, met onze banaantjes, perzikjes, dropsleutels en dubbeldekkers. Onaangeroerd, wachtend op koeien, staarten, Sint Maarten.
Wat is het nu?
Op de basisschool hebben we ooit een heel project over Sint Maarten gehad. Het enige dat ik ervan heb onthouden is dat er dus iets achter zit, maar wat? Het is me – zelfs als 21-jarige – nog altijd een raadsel. Ik weet meer over het verhaal achter Guy Fawkes Night (een traditie in de UK) dan Sint Maarten, terwijl het gevierd wordt in Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Nederland (nee, dit is niet een wonderbaarlijke opleving van mijn geheugen, maar wat Googlewerk). Sint Maarten is een Romeinse jongen die op vijftienjarige leeftijd soldaat werd en veel om de armen geeft. Als hij op een dag een verkleumde bedelaar tegenkomt, snijdt hij een stuk van zijn mantel af en geeft het aan de man. Vier jaar later besluit Sint Maarten als kluizenaar te leven op een eiland (drie maal raden welk eiland) en heeft al zijn bezittingen weggegeven. Later gaat hij terug naar het vaste land en wordt bisschop in het Franse Tours (hij is dan ook bekend als Martinus van Tours, grondlegger van het Katholieke Christendom in Gallië). Er zit dus een hele geschiedenis achter het vieren van Sint maarten.
Sinte Maarten Mikmak
Om dat te vieren, ontstonden de nodige tradities. Zo was het bijvoorbeeld gebruikelijk om met een verlichte, uitgeholde pompoen te lopen (al denk ik dan eerder aan Halloween), terwijl ik alleen maar de lampionnen met vlammetjes ken, tegenwoordig vervangen door lampjes op batterijen. En wist je dat er een gezamenlijk Sint Maartenlied schijnt te zijn? Inmiddels worden er vooral veel parodieën gezongen, zoals:
“Sinte Maarten Mikmak
Mijn moeder maakt een flikflak
Mijn vader maakt een koprol
Midden in een hondendrol”
In brand
Het is wat, dat Sint Maarten. Maar mij zul je niet gezien hebben, met of zonder staarten. Ik ging toch niet klappertandend met een lampionnetje mèt een brandend waxinelichtje erin lopen? Straks zou ik (niet eens zozeer de lampion, dus) in de fik vliegen. Nee, ik bleef wel thuis. Zo kon ik tenminste ook mijn gouden keeltje sparen. Zelfs nu is het nog wat. Voor je het weet is al het snoep dat je in huis hebt verdwenen… Behalve die speciaal gekochte zakken, natuurlijk.
6 reacties op “Het mysterie van het verdwenen snoep”
Ehm ik ook niet, want daar deden we helemaal niet aan in ons dorp!
Oh dat verrast/verbaast me! Stiekem was ik ervan overtuigd dat heel Nederland dat wel deed 😛
Door dit artikel zitten al die liedjes weer in mijn hoofd! Wat heb jij een leuke blog, ik ben je meteen met bloglovin gaan volgen! Hopelijk neem je ook nog eens een kijkje op mijn blog!
Liefs Tineke
Sint Maarten is in mijn ogen gewoon een haast pathetische poging van het Nederlandse volk om iets als Hallowe’en te ensceneren.
Wat en heerlijk verhaal,bij ons moesten die arme kindjes het doen met een banaan.
Leuke column en ‘jammer’ dat je die snoep nu zelf moet opeten 😉
Ik heb het overigens ook nooit gevierd, ik woon in een protestants christelijk bolwerk en kende dit feest tot zo’n 3 jaar geleden niet eens.