Als er een nieuw seizoen voor de deur staat, slaan we massaal de laatste trends in terwijl onze kast nog uitpuilt van al die andere seizoenen dat we dit deden. We pre-orderen de nieuwste spelletjes of nagellakjes zodat we ze gelijk in huis hebben en als je in de trein zit, heeft bijna iedere reiziger één van de nieuwste smartphones in zijn hand. Toch staat er altijd wel iets op ons verlanglijstje, en dat zette me aan het denken.
Ieder jaar een iPad nodig
Zo heb ik ieder jaar rond deze tijd een iPad nodig, lijkt het wel. En toch heb ik er nog geen. Vorig jaar bedacht ik me dat het een handige eReader zou zijn. Een prijzige, dat ook. Een beetje onhandig, want zo klein en licht is ‘ie nu ook weer niet, en als je in de zon zit, zie je door de weerspiegeling van jezelf vooral hoe rood je wangen worden, wat dus niet komt doordat je toevallig een schunnig stuk in dat boek leest. Toch zou een iPad op alle manieren handiger zijn dan welke andere E-Ink eReader ook, zelfs al had ik die nog nooit in het echt geprobeerd of überhaupt vastgehouden. Zelfs al riep ik al jaren dat ik nooit (echt nooit) een eReader zou nemen. Er ging namelijk niets boven echte boeken.
Een echte eReader: Toch wel handig
Er gaat nog steeds niets boven gedrukte boeken, maar ik stelde mijn ideeën wel een beetje bij toen er in september een eReader op mijn pad kwam. Zo’n ding was eigenlijk best handig: lichter en kleiner dan het gemiddelde boek (of de iPad) en die dramatische leeservaring waar ik op gerekend had viel behoorlijk mee. Weliswaar slaan de pagina’s niet zo mooi en realistisch om als op de iPad (oké, dat is überhaupt niet te vergelijken), maar het leest wel heel ontspannen en mijn obsessie voor een iPad als eReader verdween als sneeuw voor de zon.
Met de iPad Mini in mijn handen
Al die tijd vond ik een iPad onzin. Ik keek nauwelijks op of om toen de iPad Mini onthuld werd. Goed, ik geef toe dat ik als Apple-fan het filmpje wel gekeken heb, maar daar bleef het bij. Zelfs in de winkels wist ik er zo voorbij te lopen. Tot een paar weken terug. Ik was op jacht naar verjaardagscadeautjes, maar belandde in de A-Mac met een iPad Mini in mijn hand en een medewerker die ik overlaadde met vragen, zodat ik een weloverwogen keuze kon maken. Ik had namelijk echt een iPad nodig.
Dit keer heb ik ‘m echt nodig
Mijn excuus dit keer? Ik ga straks een uur en drie kwartier naar Groningen treinen, volg daar een college van drie uur en breng daarna weer een uur en drie kwartier door in de trein. Drie keer per week. Mijn computer is een bikkel en functioneert nog prima, maar wellicht is dit wat ambitieus voor mijn accu en ik wil wel die reistijd goed benutten. Een nieuwe computer past niet in mijn studentenbudget – ik besloot namelijk dat ik een ervaring á la Londen belangrijker vond dan een nieuwe computer, die ik overigens alleen maar vanwege de reistijd wilde – dus waarom geen iPad?
Ik mis ‘m niet
De realiteit is dat ik nu helemaal geen iPad nodig heb. Ik mis ‘m geen seconde. Dan heb ik het nog niet eens over de prijs gehad of het feit dat het maar voor vier maanden zou zijn dat ik ‘m ècht “nodig heb.” En hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik mij realiseer dat ik al zo veel heb, van Air tot iPhone en alles ertussenin. Dat doet me beseffen dat we een heel materiële cultuur hebben. We willen de nieuwste telefoons, computers en sportoutfits, om maar wat dingen te noemen. Laatst nog plaatste ik een pre-order voor de Sims 3 Studentenleven. Toen het spel een dag te vroeg in de brievenbus binnenkwam, had ik normaal gesproken staan springen als een klein kind dat met zijn ouders naar de Toys “R” Us gaat. Ik zou het cellofaan er gelijk aftrekken en het spel installeren.
Nog steeds mis ik het niet
Niets van dat gebeurde. Het enige dat ik bij mezelf dacht is: “Goed, nu heb ik hier weer geld aan uitgegeven, maar miste ik nu eigenlijk iets bij het huidige spel?” Hoe zeer ik mezelf ervan probeerde overtuigen dat ik deze uitbreiding echt wilde, van binnen voelde ik me schuldig naar mezelf toe. Ik heb al zo veel. Wanneer ben ik nu eens tevreden? Twee dagen later stuurde ik het spel terug. Nog steeds mis ik het niet en ben ik zelfs blij dat ik de uitbreiding niet gehouden heb.
Blij en tevreden
In werkelijkheid weet ik best dat die iPad onzin is. Dat ik ‘m niet mis en ook niet ga missen. Dat ik de iPad van mijn vriend mag lenen als ik wil. Sterker nog, doordat hij dit voorstelde bedacht ik me dat ik er zelf ècht één nodig had. Maar ook hier besef ik me weer dat ik genoeg digitale apparaten heb die me bij mijn studie kunnen helpen en als ik heel eerlijk ben, ben ik het gelukkigst op vakantie: zonder computers en telefoons, met boeken en ervaringen. En sowieso: ik heb net op mijn eReader een boek voor de uni gelezen, waar ik nu een essay over schrijf op mijn MacBook terwijl ik mijn Beats op heb zodat ik niet afgeleid word door omgevingsgeluid. Ik heb méér dan genoeg, allemaal dingen waar ik ontzettend blij en tevreden mee ben. Een iPad zal me echt niet veel gelukkiger maken dan ik al ben (zoals de eReader dat eigenlijk ook niet doet – ik zou ‘m niet missen, zeg maar), want mijn geluk hangt niet af van wat ik heb, maar van wat ik doe, meemaak en ervaar. En wie zegt dat ze geen stopcontacten in Groningen hebben?
4 reacties op “Heb ik het wel echt nodig?”
Zo lief en waar, het laatste stukje.
Leuk geschreven en een goeie beslissing en reken maar op die stopkontakten. hou je ons wel op de hoogte!!!!!
Ik heb ook geen iPad nodig. Met mijn pc en iPhone vind ik ’t wel prima zo!
Ik had ook echt een iPad nodig en ik kocht hem en ik heb geen moment spijt gehad. Maar de laatste tijd heb ik ook dat we in een materiele wereld leven. Wist ik al.