Categorieën
Columns

Gezocht: Groene vingers

In mijn keukenkastjes kom ik ze niet tegen en in de winkel zijn ze ook niet te krijgen: groene vingers. Hoe hard ik ook mijn best doe (op mijn manier dan) om al mijn planten in leven te houden, toch sieren wat slaphangende, gele blaadjes onze vensterbanken vaker dan mij lief is.

Het is niet zo dat we standaard drie potjes met dorre of dode bladeren hebben staan. Niet meer, in ieder geval. Er waren namelijk tijden dat de flora bestond uit stokjes die dan orchideeën moesten voorstellen. Dat terwijl ik ze met liefde niet te veel water gaf (zoals mama zei, want anders zouden ze verdrinken) en ze met rust liet toen ze uitgebloeid waren (want ze zouden vanzelf weer opkomen). Waar het mis is gegaan? Het is mij een raadsel. Nog steeds.

Waar het mis ging

Ik probeer al jaren (ik overdrijf niet) om met liefde mijn plantjes te verzorgen. Aan de liefde zal het niet gelegen hebben. Trouw gaf ik ze water, maar misschien was ik in het begin iets te enthousiast: in plaats van in vochtige aarde, leken de wortels haast te verzuipen in een modderpoel. De enige oplossing leek dan ook om ze iets minder water te geven (lees: niet één keer overslaan, maar het structureel vergeten). Opeens ontdekte ik dan dat de blaadjes er wel héél droog en verlept uitzagen. Bloemetjes? Wat waren dat? Kurkdroge steppe was niets bij de aarde in mijn potjes.

Uit huis

Toen ik nog thuis woonde, zei mijn moeder dat ik mijn planten weer eens verzopen of uitgedroogd had. Maar toen ik uit huis ging, moest ik mijn eigen sensoren zien te vinden om te voorkomen dat ik regelmatig plantenskeletjes in de vensterbank aan zou treffen. Op zich heb ik die voelsprieten nog niet echt gevonden. De eerste plant was een bonsaiboompje, helaas gesneuveld dankzij de grote interesse die poes erin had. Daarna haalde ik wat orchideeën in huis, maar je raadt het al: er stonden na verloop van tijd alleen wat stokjes in de vensterbank. Bloemen en blaadjes leken haast taboe.

Alarm

Mijn ouders gaven ons in september 2011 weer kersverse plantjes, en ik heb zowel goed als slecht nieuws. Het goede nieuws is dat ze – jawel – nog steeds in leven zijn. Het slechte nieuws is dat ik soms alarm moet slaan. In het begin gaf ik ze rustig één keer in de maand water want die dingen bleven er prachtig bij staan. Ik vond het nogal veel gedoe om telkens met een longdrinkglas heen en weer te rennen van de keuken naar een plantje naar de keuken… Je snapt het wel. Natuurlijk kon dat niet altijd goed blijven gaan. In een moment van verstandsverbijstering kocht ik ineens een gieter. Dat was ook hard nodig, want de plantjes hingen er steeds vaker treurig bij. Zou ik dan eindelijk mijn groene vingers hebben gevonden?

Ritueel

Nee, een gieter betekent niet dat ik gelijk groene vingers heb. Hoe vaak ik beneden kom, de gordijnen open doe en een blik op mijn plantjes werp. Vervolgens glipt er een woord uit mijn mond dat ik niet van mijn ouders geleerd heb (geen zorgen, zo erg is het woord nu ook weer niet) en ik ren naar de gieter met de haast van een brandweer die op het punt staat van blussen. Allemaal krijgen ze een waterval en na een paar uur durf ik weer te kijken. Trots prijken ze in mijn vensterbank. Zo doe je dat. Om vervolgens een paar dagen of weken later (afhankelijk van deze fantastische zomer…) weer hetzelfde ritueel te doorlopen.

Eten

Vooruit, ik zal eerlijk toegeven dat het niet mijn eerste basilicumplant is. Maar vaak staat hij in volle glorie erbij! Wellicht heeft het feit dat ik weet hoe ik ‘m moet verzorgen (dagelijks een flinke scheut water) en dat hij praktisch naast de gootsteen staat daar iets mee te maken… Of zou het meer te doen hebben met de eetbaarheid?

Olijfje

Met pijn in mijn hart moet ik zeggen dat de olijfboom – op mijn verjaardag alweer twee jaar oud – lijkt te zijn heengegaan. Zelfs na een paar zonnige dagen zijn z’n takjes nog akelig kaal, terwijl hij vorig jaar een veel zwaardere winter te verduren had. Toen werd hij met min vijf naar binnen gesleept (de badkamer, want daar groef poes hem tenminste niet uit) tot iemand anders een paar weken later riep dat hij het binnen niet zou overleven. Hup, met min vijf ging hij weer naar buiten. In de zomer was hij groen en hoewel er geen olijven te bekennen waren (nooit geweest), was ik zo trots als een pauw dat hij het zo goed deed. Terwijl hij nog nooit water heeft gehad. Maar nu staat hij er zo zielig bij. De paardenbloem die ervoor staat (nee, die heb ik niet zelf geplant) doet het nog beter dan hij. Water geven zou ik kunnen overwegen, maar met al die regen… Waar zijn die groene vingers die ik zo hard kan gebruiken?

Groene vingers

Het lijkt me duidelijk: ik heb van nature geen groene vingers. Sterker nog, het is al heel wat dat ik plantenpotten in huis heb. Een hark of schepje is hier niet te bekennen, dingen als Pokon lijken niet in mijn woordenboek voor te komen en een plantje verpotten heb ik nog nooit gedaan. Ja eh, wanneer zou ik dat moeten doen dan? Gezocht: groene vingers zodat ik geen reanimatiepogingen meer hoef te doen. Zodat ik eindelijk geen per-ongelukke plantenkiller meer ben.

4 reacties op “Gezocht: Groene vingers”

Hahaha, oh wat is dit herkenbaar! *woon nu 1,5 jaar samen en heb al 3 orchideen mogen begraven en 2 vetplanten.
En zelfs een plant die ik alleen hoefde te wateren als hij “ging hangen” heb ik nu kaal moeten plukken.

Misschien worden de vingers heel erg langzaam groen? Tzelfde als grijze haren?? 😉

Ik heb nergens planten/bloemen in huis. Vind dat die dingen gewoon in de natuur moeten blijven. Bovendien heb ik alle kleuren vingers van de wereld, behalve groen. Alle plantjes die ik vroeger had stierven een vroegtijdige dood door uitdroging..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *