Ooit waren er tijden waarin er bloempotten in onze vensterbank stonden met stokjes die voor orchideeën door moesten gaan. Dat waren de tijden waarin ik op zoek was naar groene vingers. En ik durf het haast niet te zeggen, maar ik heb ze gevonden (denk ik) (en als je de planten in de balkonbakken niet meerekent).
Kamerplant, echte plant, hangplant
Ik heb dus ontzettend graag planten in huis. Dan bedoel ik natuurlijk echte planten, niet die verlepte blaadjes en verdorde stokjes die onze vensterbank “sierden.” Het klinkt ook altijd zo simpel: “Dit zijn echt makkelijke planten; je hoeft ze maar één keer per week water te geven.” Maar niemand die je vertelt hoe veel water je moet geven (voor je het weet staat je plant in een moeras als je lekker enthousiast bent of in steppe als je voorzichtig doet om te voorkomen dat je de plant verzuipt in dat moeras…), of wat je moet doen als het plotseling een hangplant is geworden. En laten we zeggen dat ik al heel wat “hangplanten” heb gehad hier en desondanks nog steeds geen expert ben in de oplossing vinden. Dit weerhoudt mij er echter niet van om het te blijven proberen.
Een beetje ambitieus
Zo schreef ik laatst dat ik geprobeerd had om tomatenzaadjes te planten. Nogal ambitieus voor iemand met balkonbakken waarin de bieslook meer lijkt op een bosje stro. Maar na een paar dagen gebeurde het ogenschijnlijk onmogelijke: er piepten babyblaadjes boven de aarde uit. Het mooiste was nog wel dat ze iedere keer een stukje gegroeid leken te zijn als ik even niet keek. Mission accomplished (immers, ik had een plant die het niet alleen overleefde, maar die ook nog eens groeide)!
Vier!
Maar daar bleef het niet bij: na een tijdje had ik echte, volwaardige tomatenplanten en begin juni ontdekte ik vier kleine, groene bolletjes aan die echte planten van mij. Ik wist niet wat me overkwam: Tomatenplant 1 had vier minitomaatjes dankzij (of ondanks?) mijn goede zorgen en het dagelijks water geven (zonder ze te verzuipen dus).
Groene vingers gevonden
Alsof dat allemaal nog niet genoeg was, zag ik afgelopen zondagavond ineens dat ze een oranje gloed kregen (en spotte ik ook nog eens een nieuw tomaatje!). Tomaatjes die met de dag meer oranje worden (te laat voor het WK, zul je net zien) en die sinds gisteren zelfs echt rood zijn. Gisterochtend zag ik ineens wéér twee nieuwe tomaatjes en gisteravond nóg één. En ik word er zo blij van, die tomatenplantjes met hun tomaatjes. Die tomatenplantjes die ooit begonnen als zaadjes en die niet alleen leven en overleven, maar groeien. Ik heb ze gevonden, denk ik, die groene vingers.
(Maar nu, wat moet ik nu? Wanneer zijn ze rijp genoeg om te plukken?)
4 reacties op “Gevonden: Groene vingers (denk ik)”
Ik denk dat je die rode nu gewoon kan plukken hoor. Op mijn werk hebben we ook een moestuin en als de tomaatjes er zo rood uitzien als ze bij jou zijn, dan zijn ze meestal diezelfde dag nog op een boterham van één van de kinderen te vinden.
Trots! Ik heb de groene vingers nog steeds niet gevonden..
Ik hou van tomaten.
Geweldig als je met zo een passie probeert groene vingers te krijgen.
Maar het mag gezegd worden ,je hebt ze gevonden.
Ik zou de meest rode plukken en proeven, en ik denk dat je er extra van zal genieten. Eetsmakelijk.