Om gelijk met de deur in huis te vallen: ik praat niet graag over doodgaan, want ik ben er heel erg bang voor (ook voor het praten). Dat is precies waarom ik de knoop niet durfde door te hakken toen ik achttien werd, want beslissen of je donor wilt zijn, betekent nadenken over doodgaan.
Ik was heel erg geneigd om te zeggen: “Nee, ik wil geen organen afstaan.” En met DigiD is dat tegenwoordig met slechts één klik gebeurd. Toch deed ik het niet. Ik deed helemaal niets. Soms dacht ik er even over na, maar ik was veel te druk met nadenken over nu. Vlak na mijn achttiende verjaardag bevond ik me namelijk op een groot keerpunt in mijn leven. Dat klinkt allemaal heel dramatisch, maar op dat moment was het dat ook in mijn beleving. Nu kijk ik er alleen maar met een glimlach op terug, blij dat ik een goede keuze heb gemaakt. Wat betreft dat keerpunt dan, want over donor worden dacht ik nog altijd weinig na.
Vermijden
Maar goed, ik was dus te druk. En hoewel ik stopte met mijn studie en dus niets te doen had, dacht ik nog steeds niet echt na over mijn keuze: ja of nee? Zelfs niet toen ik in januari 2010 aan mijn schouder geopereerd werd. Geen levensbedreigende operatie, maar zeker iets dat me wel aan het denken had kunnen zetten. Alleen ik bleef het vermijden. Onbewust, maar toch.
Nadenken
Op een gegeven moment kwam het moment dan toch. Dat was toen ik vlak voor mijn negentiende verjaardag weer een herinnering kreeg. Ik vroeg me ineens af waarom ik niet gewoon “nee” had laten registeren als ik al wist dat ik geen donor wilde zijn. Zo moeilijk was het immers niet. Of was er iets in mij waardoor die “nee” misschien niet de waarheid was?
De waarheid
Wat wel de waarheid was, was mijn angst voor na de dood en vooral het idee dat ze je openmaken (met waarschijnlijk een minuscuul kleine incisie) zonder dat je het weet. Zelfs nu ik dit schrijf (vlak voor ik ga slapen – misschien niet heel slim) krijg ik er de kriebels van. Dit zijn precies de dingen waar ik niet over na wil denken en dat mij bang maakt, omdat ik met mijn neus op het feit word gedrukt dat we niet onsterfelijk zijn. Dat weet ik maar al te goed, maar zo’n realisatie is toch altijd anders.
Knoop doorhakken
Ik probeerde er anders naar te kijken. Goed, dan hebben ze zo’n orgaan. Wat als dat orgaan nu net iemands leven kan redden? Is dat immers niet wat ik ook zou willen als ik een orgaan nodig heb? Ineens klonk het zo oneerlijk om “nee” te zeggen. Zo hypocriet. Ik twijfelde nog, maar eigenlijk was het al besloten. Ik wilde donor zijn, omdat het eerlijk voelt, maar vooral omdat ik mogelijk iemands leven zou kunnen redden. Wat me het laatste zetje gaf om de knoop door te hakken, was dat ik het niet op mijn ouders, vriend of wie dan ook aan wilde laten komen. Ik hoop dat ik over heel veel jaar met mijn rollator nog vrolijk door de stad heen cross (of nog beter, in mijn Cinquecento, zoals dat omaatje van de Volkswagen Golf-reclame), maar een aanrijding of iets anders zit in een klein hoekje, zelfs al ben je nog zo voorzichtig. In welk geval dan ook vind ik het een fijn idee dat niemand erover na hoeft te denken: het staat immers duidelijk geregistreerd.
Zo zit het een beetje
De kans dat organen werkelijk gebruikt worden is miniem, want een donor moet wel onder de juiste omstandigheden overlijden, iets wat bij slechts 1 op de 10.000 mensen het geval is (jaofnee.nl). Des te belangrijker is het dat het register up-to-date is. Zo weet je zeker wat er met jouw organen gebeurt, ongeacht of je “ja” of “nee” zegt. Bovendien kun je je keuze altijd aanpassen (ik zei het al, één klik). Op 26 juli 2010 koos ik ervoor om mij als donor te registreren, met uitzondering van botweefsel, kraakbeen en pezen. Nadenken over de dood en wat daar bij hoort still scares the hell out of me, maar dat verandert mijn keuze niet.
Donorweek 2012
Van 22 oktober tot en met de 28e is het Donorweek en op Twitter verschijnt de vraag telkens weer: Wil jij donor zijn? Het deed me realiseren dat – hoewel donoren natuurlijk belangrijk zijn – het vooral gaat om de keuze vastleggen. Duidelijkheid. Want eigenlijk denk ik dat ik nog veel banger was voor iets anders dan praten over de dood: het foute antwoord geven, terwijl dat helemaal niet kan. Ja of nee: heb jij al besloten?
6 reacties op “Donor worden: Ja of nee?”
Ik ben ook donor. Wel goed dat jij op je negentiende nog een herinnering hebt gekregen, want ik vind eigenlijk dat ze dat vaker moeten doen (elkaar jaar ofzo), dat kan ook al helpen om meer mensen zich te laten registeren. Want het is inderdaad iets waar je niet graag aan denkt en wat je dan ook snel vergeet.
Ik denk dat een stuk meer mensen hun keuze vastleggen als ze de regel instellen dat mensen die zelf donor zijn, voorrang hebben op mensen die dat niet zijn, wanneer ze een orgaan nodig hebben.
Iedereen denkt uiteindelijk alleen maar aan zichzelf.
Ik heb me een paar jaar geleden geregistreerd, maar ze mogen niet alles hebben. Ogen en huid wil ik niet.
Nee ik wil bewust geen donor zijn!
Ik heb al jaren geleden mijn keuze gemaakt om wel donor te zijn, en ze mogen ook alles hebben. Het is wat je ook al zegt, vooral voor familie belangrijk dat zij die keuze niet hoeven te maken. En het is ook wel fijn om te weten dat je iemand anders’ leven kunt redden of beter maken (zoals iemand die drie keer per week een nierdialyse moet). Ik hoop alleen dat bijvoorbeeld mijn lever niet naar een notoire alcoholist gaat die daarna weer verder gaat zuipen, of iemand anders die er misbruik van maakt ofzo. Als ik überhaupt al geschikt ben als donor.
Ik heb het uit verveling gedaan. Ik wil toch gecremeerd worden als ik er niet meer ben, dus het maakt mij werkelijk geen bal uit wat er gebeurt. Het is niet alsof ik er dan zelf bij ben.