Categorieën
Columns

Stadsmeisje op het strand (zo herken je haar)

Als het ook maar een beetje mooi weer is, vertrekt de Nederlander gelijk naar het strand, ook als dat in werkelijkheid zoiets als het Henschotermeer blijkt te zijn. Eenmaal aangekomen gaan de slippers gelijk uit, de badkleding aan en nog voor de handdoek op het strand ligt, ligt de Nederlander al in het water. Behalve dit type.

Voorgeschiedenis

Kinderen duiken gelijk het water in (geen getreuzel met “erdoor komen”) en rollen daarna even lekker door het zand om zandkastelen te bouwen en zandgebakjes te maken. Zelfs als kind was dat al ondenkbaar voor dit type. Zij deed er minstens een kwartier over om door te komen (en was dus pas net in het water als de rest alweer eruit rende) en droogde eerst op nog voor ze – op een handdoek zittend – ook aan het zandbouwen ging (met schepjes), terwijl de rest dat tegen die tijd wel weer voor gezien hield en het water weer in rende. En zo ging het altijd: rende de rest door bosjes, zaten ze op hun knieën te stoepkrijten en zat de vingerverf zelfs in het haar, zo kwam zij brandschoon thuis. Dit is een typische jeugd voor het stadsmeisje wanneer ze buiten komt. En dit is hoe je haar jaren later op het strand kan herkennen.

Kenmerken

  • Ze houdt haar slippers aan als ze op het strand komt, zelfs als dit betekent dat ze er bakken met zand mee schept.
  • Het stadsmeisje kiest sowieso niet voor de meest praktische slippers (bijvoorbeeld exemplaren waarmee je in het water kunt lopen). Nee, het is een modieus paar muiltjes of een verantwoord Birkenstockje (dat überhaupt niet tegen water kan).
  • Ze heeft trouwens wel teenslippers bij zich. Voor de zekerheid, mocht ze toch in het water gaan.
  • Het stadsmeisje gaat namelijk niet per definitie in het water.
  • Maar als ze dat wel doet, dan gaat dat ongeveer zo:
    • Bij een zwembad: zit ze eerst op de rand. Terwijl een oude opa minstens drie baantjes (in de lengte) zwemt, heeft zij het voor elkaar om haar benen te laten wennen. Tenminste, tot de knieën. Ongeveer twintig minuten (en veel gedoe) later laat zij zich eindelijk in het water zakken, om met hoog opgetrokken schouders, met een gezicht alsof ze zojuist de grootste spin ooit heeft gezien en natuurlijk op het puntje van haar tenen in het water “door te komen.” Tel daar nog vijf minuten bij op en ze is er, terwijl jij al lang en breed je borstcrawl en vlinderslag hebt geoefend.
    • In de zee: staat ze te hopen dat de golven het voor haar doen terwijl de kinderen langs haar rennen en natspetteren (dit wordt bevestigd door geluidjes alsof haar adem even stokt. Mocht je dit in levende lijve willen horen, houd dan een koud flesje tegen haar rug aan als ze op haar buik ligt te zonnen. Dat doet ze namelijk wèl). Als ze dan drie kwartier later eindelijk door is, lijkt ze toch in een natuurlijk habitat terecht gekomen te zijn. Tot ze een minikwal ziet en het water uitsprint, met haar voet in een scherpe schelp stapt (dit type heeft namelijk meer affiniteit met schelpjes aan een ketting dan die ze onder haar voeten voelt) en niet meer van haar handdoek afkomt.
    • In ander natuurwater: “in?” Ze kijkt eerst sceptisch vanaf de kant toe (of eigenlijk heeft ze überhaupt meer oog voor het boek dat ze voor zich heeft). Weet je wel wat voor’n vieze drab de bodem daar is en hoe ranzig dat tussen je tenen voelt? En vooral als je ineens op zeewier stapt (in zoetwater, klein detail). Met visjes heeft ze dan weer geen probleem (“Wat schattig!”).
  • Ze verschijnt ’s ochtends dan ook gewoon met make-up en haar gouden lokken in model tiptop op het strandje. Om een ongewenste verzopen kat-look hoeft zij zich immers geen zorgen te maken.
  • Nee, je kan het stadsmeisje vooral herkennen aan het feit dat ze helemaal in haar element is op haar badlaken (en vooral niet ernaast in het zand of gras).
  • Ook kenmerkend: begint niet slechts hysterisch te gillen als er een beestje in de buurt komt, maar zwaait ook gelijk (even hysterisch) met haar armen en als het echt heftig is (een wesp), zal ze zelfs wegrennen (zonder op blote voeten in het zand te komen).
  • Schreeuwt al helemaal moord in brand als je denkt haar te “helpen” met doorkomen of “af te laten koelen” door haar nat te spetteren met iets.
  • Heeft een extra jurkje bij zich dat niet onder het zand zit (en als ze dat vergeten is, laat ze haar vriend er eentje meenemen naar de barbecue die avond).

Maar vooral

Maar waar je haar (mij) vooral aan herkent, is de heerlijk ontspannen houding, het gebrek aan een planning (en stress), het ontbreken van een iPhone en tijdsbesef, maar vooral aan een overvloed aan snacks (meloen, tomaatjes en komkommer) en boeken. Want zelfs een stadsmeisje vindt het heerlijk op het strand.

7 reacties op “Stadsmeisje op het strand (zo herken je haar)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *