Categorieën
Columns

IJssjezen

Wat klopt hier niet?

Ik zoef over het gladde ijs en voel me als een vis in het water. Ik zet af en hoppa, kom gracieus weer neer na een dubbele Rittberger. Eindelijk was het zover en kon ik het ijs op. Benieuwd of die axel ook nog gelukt is?

Misschien sprong ik geen dubbele Rittberger (en die axel dus ook niet), ben ik geen Yuna Kim (die goud won op de Olympische Winterspelen 2010) en glom ik van trots toen ik een pirouette draaide terwijl dat waarschijnlijk weinig voorstelt, toch ben ik gek op schaatsen. Helaas zijn we in Nederland niet gezegend met mooie, bevroren meertjes (dat is ook waarom we gelijk zo idioot gaan doen als dat wèl het geval is) en moet ik het meestal doen met de kunstijsbaan.

Rekjeskinderen

Dat heeft natuurlijk ook zo z’n charmes. Je kan er lekker even opwarmen in de kantine (met de oerhollandse vette hap in plaats van snert), het ijs is heerlijk glad en je bent niet verplicht om tussen de pijlsnelle noren te sjezen. Daar krijg je gratis een stel kinderen met rekjes en de daarbij horende schuifelende ouders voor terug. Als toetje zijn daar natuurlijk puberende jongens die zichzelf geweldig goed vinden en een schaatsachtervolging inzetten, waarbij jij vol in de remmen moet want hoe goed ze ook zijn, remmen kunnen ze niet. Oh, en het is altijd druk.

Een enkele keer hebben we een strenge winter waarbij mijn neus zo rood wordt, dat ik standaard op een rendier lijk en me weleens afvraag of mijn vingers er nog wel aanzitten. En eigenlijk is dat een goed teken, want dat betekent dat er ijs komt. Hoera!

Stadsijs

Ik sprong bijna een gat in de lucht toen het zo ver was – tot ik erachter kwam dat ik mijn schaatsen nog bij mijn ouders had liggen en de NS zo vriendelijk was om nauwelijks (lees: praktisch geen) treinen te laten rijden. Terwijl iedereen losging op het ijs en Nederland in de zenuwen zat vanwege een eventuele Elfstedentocht, wachtte ik geduldig af tot ik mijn schaatsen op kon halen.

Daar stond ik dan afgelopen zaterdag. Ik bond ze onder en het was alsof ik het gisteren nog gedaan had. Ik stond dan ook niet zomaar op kunstbaanijs of het ijs van een schaatsmeer. Nee, ik stond in de gracht hier midden in de stad! Die gratis rekjeskinderen en remloze pubers waren (bijna) niet te bekennen; ik kreeg er publiek voor in de plaats.

Toch nog een 'schaatsrekje' in het wild

Charmant

Ik val nooit, maar dan zul je altijd zien… Denk ik uit te pakken met een mooie pirouette of op één been schaatsen, en dan gebeurt het: mijn schaats glijdt weg en ik val vol op m’n gezicht. Met al die gratis toeschouwers erbij. En in de gracht heb je geen lekkere kop warme chocolademelk met slagroom als troost.

Gelukkig was dat helemaal niet nodig, maar toch. Die avond heb ik het nog dunnetjes over kunnen doen op mijn vertrouwde schaatsmeertje met lampjes en muziek. Er gaat niets boven hobbelig schaatsijs, rode neuzen en gezelligheid. Eindelijk: het echte wintergevoel.

Één reactie op “IJssjezen”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *