Categorieën
Columns

Hoe je dingen onthoudt

Ik was afgelopen maandag in het ziekenhuis omdat ik een MRI-scan met contrastvloeistof van mijn schouder moest laten maken, iets dat ik vier jaar geleden ook moest laten doen. Ik wist dus precies wat ik kon verwachten of tenminste, dat dácht ik. Hoe je dingen onthoudt is namelijk niet hoe ze altijd zijn.

Het goede nieuws was dat het ernaar uit zag dat het dit keer niet aan mijn schouder zelf lag. Ik liet een zucht van opluchting ontsnappen. Na al die jaren mocht dat ook wel eens. Een klein, jammer detail was dat het hoogstwaarschijnlijk aan de kop van mijn biceps lag die, jawel, aan mijn schouder zit. Hij kon mogelijk gescheurd zijn, al kon het ook zomaar zijn dat één van de ankertjes in mijn schouder losgeraakt is en zo de kop van mijn biceps irriteert. Om dat uit te zoeken, zei de orthopedisch chirurg, moest ik een MRI-scan met contrastvloeistof laten maken. De assistente waarmee ik die afspraak moest regelen hoefde niets meer uit te leggen. Ik wist het immers allemaal al.

Hoe het toen ging

Nooit was ik bang voor naalden. Ik ging lachend naar al mijn inentingen (en kwam lachend weer naar buiten), wilde toekijken als er bloed geprikt moest worden en zag er nooit tegenop. Nietsvermoedend of -verwachtend ging ik zitten vier jaar geleden. De radiolaborant kwam aan met een grote spuit. Je weet wel, zo eentje waarvan je verwacht dat ‘ie in je bil moet en waarbij het naaldje zodanig groot is, dat je de opening ook werkelijk kan zien. Maar ach, ik was niet bang voor die dingen en dacht er verder bij na.

De injectie

De naald ging in mijn schouder en voor het eerst in mijn leven graaide ik (met links natuurlijk) naar mijn moeders hand om haar vervolgens met praktisch verbrijzelde botten los te laten nadat de radiolaborant naar wat voor mijn gevoel liters waren, de vloeistof in mijn schouder had gespoten. Mijn moeders hand was amper vrij of ik kreeg het gevoel dat mijn schouder er ieder moment uit kon vallen. Na een MRI-scan waarop niets te zien was en een operatie bleek dat dit ook het geval was met een finaal gescheurde structuur die normaal de kop van je schouder in de kom houdt. Een stel ankertjes en een jaartje revalidatie zou dat probleem op moeten lossen.

Wat ik al wist

Maar afgelopen maandag zat ik toch weer bij de radiolaborant. Ik had vervoer moeten regelen, want zelf terug rijden mocht niet, maar natuurlijk wist ik al waarom. Mijn vriend zou meegaan en dat was mooi, want ik wist ook al dat ik een hand nodig had om fijn te knijpen. Ik zag er dit keer namelijk als een blok tegenop en kon wel wat steun gebruiken.

Wat ik niet meer wist

En toen werd alles anders. Ik moest op mijn buik gaan liggen met mijn schouder in één van de meest pijnlijke posities over een raar, driehoekig kussen heen, in plaats van rechtop op een krukje zitten. En dan dus nog ontspannen, hè. Ik kwam onder een apparaat te liggen en, even nieuwsgierig als altijd, vroeg ik waar het voor was.

“Röntgen, zodat we kunnen zien of de vloeistof op de juiste plek ingespoten is.”

Hard dacht ik na. Was ik echt zo vergeetachtig? Die vraag stelde ik mezelf nog een keer toen de radioloog eraan kwam met de injectie. In plaats van een prik-in-je-bil naald had hij een flinterdun naaldje met een draadje eraan in zijn hand. Wat ik nu ga vertellen is niet geschikt voor mensen die al flauwvallen van de  gedachte aan naalden, want hij zette het naaldje op mijn schouder, maakte wat röntgen om de juiste positie te bepalen en drukte vervolgens door. Een pijnscheut ging door mijn schouder en ik kneep in het kussen waar mijn hoofd op lag, want in tegenstelling tot de vorige keer mocht mijn vriend helemaal niet mee, vanwege die röntgen.

Wat ik wel nog wist

De radioloog porde nog even wat met het naaldje, alsof het niet al genoeg pijn deed. Ieder beetje vloeistof gaf een zwaar gevoel in mijn schouder, tot het punt waar ik riep: “Ik kan ‘m niet meer in de kom houden!” De positie en het gepor maakten het allemaal net nog even iets vervelender. Het enige dat hetzelfde was, was de pijn en het zware hij-valt-er-zo-uit gevoel. Zelfs de scan zelf – waar ik geen moeite mee heb – was anders. Zag ik de vorige keer bijna het eind van de tunnel, zo lag ik er nu én veel dieper in, én was ik niet eens in de buurt van het einde.

Maar het maakte nog wel dezelfde herrie. Alsof je ontvoerd wordt door aliens. Tenminste, dat is wat ik me erbij voorstel. Toch blijkt maar weer dat wat je onthoudt, helemaal niet de werkelijkheid hoeft te zijn en dat wat de werkelijkheid geweest is, altijd een raadsel zal blijven. En daar verbaas ik me over, over de deceptie van onze perceptie en de invloed op ons geheugen.

6 reacties op “Hoe je dingen onthoudt”

Dat valt gelukkig wel mee 🙂 Je wordt op een plaat gelegd met allemaal kussens zodat je in de juiste houding blijft liggen. Daarna krijg je een koptelefoon op tegen de herrie en kun je zelfs ervoor kiezen om muziek te luisteren. Je krijgt ook een knopje in je hand voor als je eruit wilt. Je gaat in een soort tunnel waar ze lucht in blazen zodat het koel blijft. De scan zelf maakt heel veel herrie, maar eng vond ik het niet. Die contrastvloeistof was het enige vervelende, maar dat krijg je niet bij iedere scan. Hangt helemaal af van hetgeen dat ze moeten scannen 😉

Ik heb je gewaarschuwd 😉 Maar denk er dan maar aan dat dit stukje helemaal niet daarover gaat, maar over hoe ik dingen mogelijk verkeerd onthouden heb en hoe ik er dus nooit achter kom of dat werkelijk zo is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *