Categorieën
Genieten

De Nationale Opera: Benvenuto Cellini

De Nationale Opera: Benvenuto Cellini

Afgelopen zomer zagen we Falstaff. Het was de eerste opera voor mijn vriend en de tweede voor mij. Terwijl de geweldige geluiden van de voorstelling naklonken in onze oren, hadden we het er ’s nachts nog over, want opera was toch wel even wennen. “Oh!” riep ik plots, “volgend jaar wordt er een opera door Terry Gilliam geregisseerd.”

Zo zaten we afgelopen dinsdag 12 mei weer in de zaal van Nationale Opera & Ballet, bij Benvenuto Cellini, met de nodige verwachtingen van één van de meesterlijke Monty Python-leden, Terry Gilliam. Die verwachtingen werden, heel gepast, aangezwengeld door het orkest, dat begon te spelen terwijl het doek nog dicht was. Het bouwde de spanning op zoals we dat kennen van een film, met als grote hamvraag natuurlijk of dit “goed” zal aflopen.

Benvenuto Cellini - poster

Aan het eind van de eerste scène wist ik het antwoord op die vraag al. Sowieso begon Benvenuto Cellini (gecomponeerd door Hector Berlioz) al met een lekkere dosis humor, maar dat werd dik overtroffen toen er mensen in felgekleurde kostuums en met immens grote carnavalspoppen de zaal in gelopen kwamen, vergezeld door een explosie van confetti, en op het podium Cellini (John Osborn) die een taart (een echte, jongens, dus geen nepgedoe) in het gezicht van Balducci (Maurizio Muraro) duwde. Ik denk dat ik niet overdrijf als ik zeg dat ik met open mond heb zitten kijken, want dit was gedurfd – gebaseerd op de vorige twee opera’s die ik gezien heb – en het laatste dat ik verwachtte bij een opera. Het zette ook de toon voor de rest van de avond, want dit was niet gewoon een opera, maar één van Terry Gilliam, en dat betekende: alles een beetje anders.

Zo waren er carnavalsscènes met echte circusartiesten en de bijbehorende stunts: van salto’s en boven het podium zweven in linten en een hoepel tot jongleren met brandende fakkels! De scènes werden gekenmerkt door extravagance, spektakel en gekheid – zo was de hofnar een blote man met flinke vetrollen, billen en ehhh… een komkommer en twee tomaten, wat de hele zaal deed lachen.

Koor van De Nationale Opera en acteurs

Dit maakte het allemaal een beetje ondeugend, net als het karakter Teresa (Mariangela Sicilia). Zij was de dochter van Balducci, die haar beloofd had aan Fieramosca (Laurent Naouri), de vaste beeldhouwer van de Paus. Maar Teresa was verliefd op beeldhouwer Benvenuto Cellini (die ook nog eens een opdracht van de Paus had gekregen – het zat Fieramosca niet mee) en ze liet haar verlangen fantastisch zien met ietwat gewaagde houdingen en het meerdere malen uitdoen van een aantal lagen kleding…

Voor mij was Gilliams stempel onder andere in deze dingen duidelijk zichtbaar, maar er waren ook subtielere elementen, zoals het decor, dat voor een groot deel bestond uit stukken met surréalistische schetsen die haast van Gilliam himself leken te zijn (na de opera las ik dat hij ook het decor heeft gedaan in samenwerking met Aaron Marsden). En hoe vaak zie je nu een torenhoog achterwerk als rekwisiet bij een opera?

John Osborn (Benvenuto Cellini)

Naast deze absurditeiten heeft Gilliam de opera toch ook heel erg in haar recht gelaten. Aan de tekst heeft hij niet getornd, wat wellicht als jammer kan worden bestempeld door sommigen, maar wat ik erg kon waarderen. Voor mij hoort het er een beetje bij dat het verhaal van een opera wat langzaam gaat (dit stuk duurde drieënhalf uur) en dat sommige zinnen tig keer herhaald worden. Het gaat niet om de woorden of tekst (laten we heel eerlijk zijn: negen van de tien keer vang je slechts een paar bekende woorden op en de rest moet je uit de boventiteling halen), maar om de klanken en de emotie waarmee ze gebracht worden.

En die klanken waren prachtig, krachtig en vulden zonder zichtbare moeite de hele zaal. Samen met het Koor van De Nationale Opera en het Rotterdams Philharmonisch Orkest zorgde dit voor een overweldigende ervaring.

Mariangela Sicilia (Teresa) en John Osborn (Benvenuto Cellini)

Solisten, Koor van De Nationale Opera en acteurs

Dat is wat Gilliams vertaling van Benvenuto Cellini samenvat: het was een ervaring, nog meer dan andere opera’s, door de confetti-explosies (meervoud, ja, want later was er nog één), de extravagance en natuurlijk het vleugje absurditeit. Benvenuto Cellini was uitbundig, een feestje en is daarmee echt een aanrader – ook, of misschien juist, als je nog nooit naar de opera bent geweest.

Benvenuto Cellini, een co-productie van De Nationale Opera, English National Opera (Londen) en Teatro dell’Opera di Roma, is nog tot en met 31 mei 2015 te zien bij Nationale Opera & Ballet.

Fotografie: Clärchen&Matthias Baus

Één reactie op “De Nationale Opera: Benvenuto Cellini”

Hoi schrijfmeisje, wat heb je het weer mooi verwoord en wat een mooie foto’s, dat jullie het naar het zin hebben gehad kan ik me voorstellen.
Echter mijn ding zal het niet zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *